Het is al een paar weken geleden dat de prinses besloot met ridder Peerbooms mee te gaan. En het was de beste beslissing van haar leven tot nu toe. Niet alleen zagen ze dingen die zij nog nooit gezien had (de laatste jaren had de prinses vooral haar zolderkamer gezien wachtend op haar prins op het witte paard). Het was ook wel heel gezellig met ridder Peerbooms.
Overdag reden ze op hun paarden en praatten en praatten ze. Het was vreemd want ze hadden elkaar zoveel te vertellen.... Dingen die prinses Prinsilla nog nooooit aan iemand gezegd had wilde ze opeens allemaal aan ridder Peerbooms vertellen. Zelfs de meest gĂȘnantste momenten van haar leven wilde ze opeens delen en het raarste was, als de ogen van ridder Peerbooms begonnen te schitteren van een ingehouden lach moest ze zelf er ook om lachen, hoe erg het toen ook was geweest.
's Avonds zochten ze een afgelegen plekje om een beschut bedje te maken of sliepen ze in een herberg. Prinses Prinsilla had wel gehoord van herbergen, dat zijn plaatsen waar het gewone gepeupel zich ophoud met goedkoop eten en vooral veel bier. Plaatsen die een net prinsesje natuurlijk vermijdt, waar een nette prinses met een grote boog omheen rijdt. Maar wat blijkt, herbergen zijn geweldig. Het eten is heerlijk en je hoeft je mooie hoofdje niet te breken over rijen met bestek, je eet gewoon met je handen en likt je vingers daarna af (of als niemand kijkt laat je ridder Peerbooms een van je vingertjes aflikken).
Oftewel: ridder Peerbooms en prinses Prinsilla hadden de tijd van hun leven.
Toen ze weer een avond rustig aan het liggen waren na een horizontale "dans", hadden ridder Peerbooms en de prinses over wat ze nog graag een keertje wilden zien. "Weet je?" zuchtte de prinses. "Ik zou zo ontzettend graag de zee een keer zien". Ridder Peerbooms, die ondertussen ook helemaal ondersteboven was van de prinses: ze was het leukste en mooiste prinsesje dat hij ooit gezien had, zei meteen: "das goed. Gaan wij op zoek naar de zee."
Dus bij de eerst volgende herberg vroegen ze wat de kortste weg was naar de zee. Oooh zegt de herbergier, das hier eigenlijk vlakbij nog een dagje rijden en je bent er. De volgende morgen stonden ze dan ook vroeg op en zadelden ze hun paarden (die ondertussen ook de beste vrienden geworden waren). Het pad was prachtig en naar mate de dag vorderde roken ze een steeds sterker wordende fris-zilte geur. Niet te beschrijven maar eigenlijk heel erg lekker.
Opeens waren ze bij het strand. Op de achtergrond rolden de golven over elkaar heen. De bootjes in het water dansden vrolijk op en neer. Nog nooit had de prinses zo iets moois gezien. Het duurde wel een uur (nou ja, misschien een minuut of 10 maar voor de prinses haar doen wel heel lang) voordat de prinses weer wat zei. "Weet je wat heeeel cool zou zijn?" Vroeg ze aan de ridder. Ridder Peerbooms keek haar vragend aan en zei, "wat?".
Joepie! Ridder Peerbooms is terug! :-)
BeantwoordenVerwijderen